De indrukken van anderhalve week Laos

7 juli 2014 - Vang Vieng, Laos

'How far is it walking to the cave?', 'Far' wordt er geantwoord. Nog maar eens voor de zekerheid de vraag op een andere manier stellen: 'Is the walk to the cave far or short?', 'short' is nu zijn antwoord. Dat schiet dus niet zo op. We zien het vanzelf wel hoe lang nog, denken we. Dit is een voorbeeld waaruit blijkt dat er vrijwel geen Engels gesproken wordt door de Laotianen. In een eettentje of in een busje begrijpen ze wel wat je wil eten of waar je naartoe wil, maar that's it. Volgens de schrijver van het boek dat ik nu lees, wordt het aanleren van Engels en andere westerse 'gewoonten' tegengewerkt door het communistisch regiem van Laos en dit lijkt goed te lukken. Nooit een 'Hello', maar steevast 'Sa Bai Dee' als begroeting, de bevolking heeft niet de behoefte (of is angstig, volgens de auteur van het boek) om zich aan te passen aan die westerlingen. Door de taalbarriere vinden we het lastig om écht in contact te komen met de Laotianen. Als we een local iets bijzonders zien doen, moeten we maar gissen wat/waarvoor het precies is, want het lukt (nog) niet om iets te bespreken en wat op te steken.

Zojuist werd uitdrukkelijk 'die westerlingen' geschreven, want, in tegenstelling tot Ghana, zijn we zeker niet een van de enigste toeristen hier. Natuurlijk, het is Zuid-Oost Azië, maar toch was het wel even slikken toen we doorkregen hoeveel reizigers hier zijn. En dat terwijl het toch echt 'low season' is en de helft van de accomodaties nog niet eens geopend is. 

Tegenover deze minpuntjes staan de vriendelijkheid van de bevolking, de prachtige landschappen, de rust die er heerst en het comfortabele vervoer. 

Afgelopen week hebben we natuurlijk weer vanalles bezocht, gezien en gedaan. Wat Phu, bij Champasak, was werkelijk prachtig. Op een krakkemikkig Chinees fietsje, in de broeiende hitte, over dat platteland en dan uitkomen bij een geweldig tempelcomplex. Het staat vol met eeuwenoude constructies en beeldwerken, die nog in redelijk goede staat verkeren. Zeker weten dat al dat lelijke beton in de moderne steden het nooit zo lang vol zal houden! In Champasak kregen we helaas ook een tegenvaller te verwerken: onze vlucht van Hanoi naar Bangkok is gecancelled, want de airline is met die route gestopt. Nu zijn andere tickets te duur, waardoor we het noorden van Vietnam niet zullen bezoeken, maar we zullen nu het noorden van Thailand bezoeken en zo naar Bangkok reizen.

We hebben inmiddels ook de hoofdstad Vientiane bezocht, al voelde het niet echt als hoofdstad met ongeveer een zelfde omvang als Den Bosch. We gingen hier oa. naar de leuke nightmarket (bijna geen toeristen :-) ) en een park volgepakt met Buddha beelden. Een indrukwekkende ochtend hadden we bij het COPE Visitor Center. COPE is een organisatie die slachtoffers van de landmijnen (die hier overal zijn neergegooid door de Amerikanen) helpt om weer mee te kunnen in het dagelijkse leven, en daarnaast probeert het verdere slachtoffers te voorkomen. Ongeloofelijk hoe die landmijnen (nog steeds!) het dagelijksleven van zoveel Laotianen beïnvloedt en dat terwijl ze oorlogstechnisch niet eens zoveel waarden hebben (99% van slachtoffers is gewone burger). De indrukken werden nog even aangedikt toen de twee andere bezoekers van het centrum op dat moment, zelf het slachtoffer bleken te zijn van waar de tentoonstelling over ging. Beide misten ze een been... Voordat we weg gingen kochten we een t-shirt in het bijbehorende winkeltje en deden we een donatie, hopelijk helpen alle kleine beetjes!

Vandaag zijn we volledig doorregend, maar het was het zeker waard. De landschappen met heuvels van kartsgesteente rond Vang Vieng zijn prachtig en we bezochten een grot met daarbij een (niet echt blauwe, haha) Blue Lagoon. 

Strekking van het verhaal: we vermaken ons prima, het is mooi en leuk, alleen hopen we dat we meer in contact kunnen komen met de mensen in het land en dat we meer op plekken gaan komen waar wat minder reizigers zijn. 

Nou en dan vergeten we Oranje nog. Ook wij volgen de successen, ook al betekent dat nachtgraven. Om 3:00 begon hier de wedstrijd en met een dertigtal (waarvan 20 Nederlanders) zaten we ze op het dak van een nachtclub aan te moedigen. Gelukkig pakte het goed uit en konden we, terwijl de ontbijtkraampjes het al weer druk hadden, voldaan gaan slapen.

Tot de volgende keer!

Foto’s

3 Reacties

  1. Elly:
    8 juli 2014
    Pas maar op met die landmijnen wat een ellende moeten die bewoners mee maken en dat nog elke dag.

    Leuk om te lezen dat jullie niet gauw in paniek zijn en gauw een andere manier bedenken om bangkok toch te bezoeken.

    Nog heel veel succes met jullie reizen .
    Groetjes.
  2. Marcel en Dorethé:
    9 juli 2014
    Leuk jullie verhalen te lezen!

    We zijn benieuwd waar jullie nu zijn. Al in de omgeving van Luang Prabang?

    Wat we vanuit jullie verhaal opmaken reizen jullie vanuit het noorden van Thailand naar Bangkok. Kanchanaburi blijft echt de moeite waard. Vooral de River Kwai Bridge en het Death Railway Museum bij het kerkhof, wat erg indrukwekkend is (dit is niet het WWII museum dat bij de Bridge ligt, daar vonden wij niet veel te zien). Mochten jullie dan naar Kanchanaburi gaan, dan is het Blue Star Guest House een echte aanrader.

    We horen het nog wel, heel veel plezier verder samen!
  3. Danciëlle en Dennis:
    10 juli 2014
    We zijn nu in Phonsavan en reizen overmorgen naar Luang Prabang. Bedankt voor de tips! Mochten we wat dagen overhouden, zullen we er zeker iets mee doen! :)

    Gr ons